Site pictogram Farcows

09-05-2012 | Grand Canyon 01

Om 06:00 ben ik klaar wakker.

Ik ben niet de enige en al gauw staan wij met z’n allen buiten de deur.

Wij verbazen ons dat wij vanuit onszelf nog geen dag na 07:00 wakker zijn geworden.

Nu zitten wij aan het ontbijt. De deur staat open, zodat de warmte eruit kan.

Hierna worden de koffers in de auto geladen en wordt er door Patrick en mij op de parkeerplaats een balletje getrapt. 07:45 zitten wij al op de snelweg, voor op schema.

De snelweg is in het begin een belevenis op zich. Aan elke kant word je ingehaald, de navigatie moet vanwege een afslag in een afslag soms extra goed in de gaten gehouden worden en opeens rijden wij helemaal links.

Annemieke is helder genoeg en zegt dat Patrick de carpoolstroken heeft geselecteerd. Dit is een speciale rijstrook voor auto’s met twee of meer personen. En inderdaad, aan de rechterkant van ons zien wij allemaal auto’s met alleen de bestuurder. Voor ons alleen maar asfalt.

Helaas geldt dit niet voor de gehele weg, want zodra wij voldoende afstand van de stad verwijderd zijn, houdt de rijstrook op. Wij blijven echter wel op de linkerbaan rijden. Ik raad het zelfs af rechts te gaan rijden, aangezien deze rijstrook soms in een afrit veranderd.

De automaat is heerlijk. In de bergen schakelt het ding wel steeds terug. Een stukje gewenning. Op sommige stukken met hellingen van 5-6% wordt afgeraden de airco aan te laten. De borden zijn duidelijk, maar voor de rest is het anders rijden als in het vlakke Nederland.

Onderweg komen wij geweldige uitzichten tegen. Hier wordt gelijk weer duidelijk dat Amerika is ingesteld op de rondtrekkende medemens, want er verschijnt een bord met “scenic view” met de afstand tot die afslag.

Wij parkeren de auto en het aangelegde pad eindigt op een prima Kodak-moment. Er zit tevens een “visitor center” waar wij de pas kopen die ons verder gratis toegang biedt voor alle nationale parken. Ook krijgen wij een kaart mee waarop wat tips betreffende picknickplaatsen gemarkeerd worden.

Bij een volgend punt stoppen wij ook. Het is de eerste rotsformatie die wij zien en wij genieten van de zon, het gesteente, het leuke stadje en maken wat foto’s om vervolgens verder te rijden op zoek naar een plek voor de lunch.

Het eerste picknickpunt wordt gemist. Het bord staat direct bij de ingang aan de linker kant van de weg. De volgende keer laten wij ons niet verrassen en genieten van het eten in de buitenlucht.

Het kreekje dat op de achtergrond klinkt, blijkt verder onder ons te liggen als gedacht. Er loopt wel iets dat op een pad lijkt, maar wij lopen op slippers en hebben geen doodswens.

Na een weg met haarspeldbochten om de berg op te kunnen en ik mijn oren een paar keer heb moeten “ploppen” vanwege het hoogteverschil, komen wij -hoe kan het ook anders- een “scenic view” (zie de panorama afbeelding) tegen.

Het pad leidt ons langs het “visitor information center”, diverse kraampjes (het is en blijft een commercieel land) en eindigt op een prima Kodak-moment.

De volgende stop is de receptie van het hotel bij de Grand Canyon. De kamer is pas over 1,5 uur klaar, maar wij krijgen wel alvast een kaart van het complex waarop aangegeven wordt waar wij slapen, de auto kunnen parkeren, de restaurants zijn en de dichtstbijzijnde uitkijkpunt van de canyon is.

De auto zetten wij neer bij het appartement, lopen terug naar de receptie voor een sanitaire stop, de souvenierwinkel en moeten zoals verteld inderdaad maar vijf minuten lopen voor het uitzicht.

Er blijkt ook een pad te lopen dat je naar een ander uitkijkpunt leidt in de canyon, een afstand van slechts 42 kilometer.

Die slaan wij eventjes over. Wij lopen de eerste paar honderd meter naar een stuk rots waarin een opening is (gemaakt) voor het pad dat voldoende ruimte biedt voor twee voetgangers elkaar te laten passeren. Er is geen reling aanwezig, de diepte is enorm, dus wij lopen aan de binnenkant achter elkaar.

Als voetgangers ons voorbij gaan, kijken ze ons met verbazing aan. Elk een klein flesje water in de hand (terwijl een liter per mile wordt aangeraden en de tijd voor de terugweg 2x die van de heenweg is), ik met camera om mijn nek, de enige met een rugzak, maar het grootste vraagteken is bedoeld voor ons schoeisel.

Terwijl iedereen als echte “hikers” op pad gaat met de juiste bepakking en stevige wandelschoenen, dalen wij af op onze slippers.

Eenmaal bij de rots maken wij wat foto’s en lopen weer omhoog. In het midden van het pad ligt allemaal opgedroogde stront. Niet dat wij het van plan waren, maar het blijkt dat je op een muildier kan afdalen. Extra info: Je moet dit wel een jaar van tevoren boeken.
Eenmaal boven is het net na half vier uur. Wij proberen het gewoon, maar de kamer is nog niet klaar. Wij hebben de laatste kamer in de rij, dus dat kan kloppen. Net na vieren krijgen wij de sleutels. Ik vraag nog even naar de wifi, want het signaal is er, alleen geen internet. Daar blijkt een storing in te zitten.

Na het uitpakken en het bijwerken van de reisverhalen lopen wij richting restaurant. Tijdens de gehele maaltijd heb ik een man op laptop zien worstelen met zijn browser. Als wij opstaan, spreek ik hem aan en leg in mijn beste engels uit wat er aan de hand is. “Thank you, I appreciate that”. Die Amerikanen zijn zo slecht nog niet.

Wij pakken de fotospullen uit de kamer en rijden naar een ander uitkijkpunt. Hier zitten al een aantal andere mensen te wachten op de zonsondergang. Pat en ik zoeken een plekje op en schieten de nodige plaatjes.

Evelien en Annemieke houden ons in de gaten dat wij niet te dicht bij de afgrond komen. Ik word op een gegeven moment zelfs aan mijn riem vast gehouden; Evelien vindt het maar niks en staat iets minder stevig op d’r benen. Dat mag als je hoogtevrees hebt.

De Chinezen hebben wat anders ontdekt. Op het randje springen ze alleen of met tweeën de lucht in met gespreide armen en voeten naar achteren, terwijl een ander het afdrukken zo probeert te timen dat het net lijkt alsof ze boven de canyon zweven. Ik loop er bij weg en zet het statief neer bij een wat ouder stel dat rustig op een kleedje van een stokbrood gezond aan het genieten is.

“Stapelgek zijn ze. Beetje levensmoe.” hoor ik de man tegen mij zeggen. -“Ja, nogal” antwoord ik terug. “Een verkeerde misstap en je bent weg. Het is maar 1.300 meter.” Mijn broer is er bijgekomen en zegt -“Het geluk is wel dat je er niks van voelt.” Ik vertel dat ik vanwege mijn slippers ook niet te dicht bij de rand ga staan. “Een verstandige keuze.” Zo praten wij nog even verder, delen de planning van de komende dagen en verbazen wij ons nog even over het groepje verderop en zeggen elkaar dan gedag.

Evelien is blij als wij de afgrond van meer als een kilometer verlaten


 

Mobiele versie afsluiten