“Ik heb hem bij de dierenarts achtergelaten.”
Evelien belt mij vroeg in de middag op. Zij was niet gelukkig met de situatie die zij die ochtend aantrof. Een kat lag een beetje down op de grond. En dit is niet zomaar een kat voor mijn vriendin. Dit is haar oogappel. Degene die afgelopen zondag op het podium stond, weliswaar niet gewonnen heeft, maar wel haar mooiste en liefste is. Ook al kan hij soms door zijn oostindische doofheid het bloed onder je nagels vandaan halen, hij komt er mee weg. |
|
Aruna heeft een houding en uitstraling waardoor je niet lang boos op hem kan blijven. Als je hem een waarschuwende vinger laat zien, heb je grote kans dat hij daar naar uithaalt. Niet met volle nagels, maar hij moet overtuigd worden dat hij niet de baas is. Als hij daarvan overtuigd is, gaat hij mekkeren en dat klinkt dan weer zo lief, dat wij meestal gelijk een hoop vergeten zijn.
Direct na werk ga ik op bezoek. Evelien heeft de temperatuur vanmiddag opgenomen en zag daar 35′ verschijnen. Onder de 37′ zijn katten al onderkoeld, dus ik tref hem waarschijnlijk onder een warmtelamp aan. De assistente zegt echter dat de doctor net met onderzoek bezig is en ik mag doorlopen. Languit in zijn mandje tref ik Aruna aan. De doc is bezig met een echo. Het bloedbeeld is goed, er hangen wat foto’s op, maar nu wordt zijn hartje onderzocht. Ook hier is niks raars te vinden. De ademhaling is duidelijk niet goed. De doc gaat met mij naar de foto’s: De luchtpijp is nog mooi vrij, al durft hij het niet aan te intuberen of via dezelfde ingang onderzoek te doen aan de longen. Dat zou op dit moment gelijk staan aan euthanasie. Drie jaar geleden hebben wij eerder zo’n ziektebeeld meegemaakt en konden wij net na Nieuwjaar een acht maanden oud kitten in laten slapen. Dat was toen de oogappel van Evelien. Hier zat vocht in zijn longen (FIP genaamd) en dat was binnen 24uur een hopeloze zaak. Ik zie dezelfde foto voor mij. De doc kent onze geschiedenis en begint gelijk alles op te sommen en alles duidt juist niet op FIP. Hij kan op de foto ook zien dat het vocht niet in, maar om de longen heen zit. Er wordt gedacht aan een longontsteking, dat tijdens het overgeven afgelopen zondag er wat vocht is ingeademd en dit het gevolg is. Enige gelukje: dat het beter te behandelen is als FIP. Extra bloedonderzoek is naar een lab opgestuurd en de resultaten worden morgen verwacht. De doc heeft met het oog op show het haar niet weggeschoren. Dit zal anders een hele tijd nodig hebben om terug te groeien. Op dit moment is dat het minst belangrijk, maar aardig dat hij daar rekening mee heeft gehouden. Ik geef het arme ventje een knuffel en breng Evelien op de hoogte. Wij komen nadat Evelien klaar is met werken samen nog een keer langs. De volgende ochtend vraag ik of ik een verlofdag mag opnemen. Het gaat niet goed. Wij staan iets over 09:00 naar een treurig hoopje vacht onder de warmtelamp te kijken. Zijn temperatuur is ondanks de werking van de lamp niet boven de 32′ uitgekomen. Hij voelt warm aan, maar van binnen gaat het duidelijk niet zoals het hoort. Zoals het moet. Zoals wij het graag willen zien. |
Er is een nieuwe foto gemaakt en daar is een verschil te zien met die van gisteren. In negatieve zin.
De witte waas is erger geworden en de doc legt uit dat het ziektebeeld wat wij nu zien, eigenlijk als dat van 24uur eerder gezien moet worden. Een paar uur later wordt besloten om naar Ommen te rijden. Evelien wordt van werk opgehaald. Aruna wordt warm toegedekt en krijgt nog een kruik erbij. De kachel gaat een standje hoger als normaal. Ik neem plaats op de achterbank naast de reismand en zo gaan wij in het slechte weer op pad. De hele situatie doet weer aan drie jaar terug denken. |
Zodra wij binnenkomen wordt Aruna op tafel aan het infuus gelegd. De foto’s en andere gegevens worden uit de envelop overhandigd en door de longspecialist bekeken. Hij krijgt gelijk wat andere spuiten. De assistent verontschuldigt zich: “De doctor zal zo bij u komen hoor.” Wij snappen de hele situatie en zeggen dat Aruna nu het belangrijkste is, de rest komt daarna wel. Zij waren duidelijk voorbereid. Alles lag klaar en al snel ligt de patiënt in de zuurstofkamer. Nu zijn wij aan de beurt en krijgen uitleg.
Vochtafdrijvers, steroïde, antibacteriële middeltjes, wat bloed afgenomen voor verder onderzoek en daarna is hij in de zuurstofkamer gelegd. Allemaal vrij logisch, maar vooral extra zuurstof is van belang. Hiermee wordt geprobeerd de nog goede longblaasjes te beschermen, de longontsteking met de rest van de middelen langzaam af te remmen en een stabiele situatie te krijgen. Als dat gebeurt kan er aan herstel gedacht worden, maar dit kan nog wel een week duren. Aruna tilde zijn koppie al zelf op en begon weer met zijn staart te zwiepen, dus daar was iedereen al blij mee om dat te zien. Een teken van leven. Onderweg was daar helemaal geen sprake van. Na alle informatie, een laatste blik in de zuurstofkamer en een bedankje aan de specialist, rijden wij terug naar Assen. Hij zegt ons tussen 6 en 9 te bellen met een update. Op de terugweg krijgen de kerstliederen wat meer betekenis: “All I want for Christmas … Make my wish come true”, “I’ll be home for Christmas”, maar na “It’s beginning to look a lot like Christmas” en “It’s the most wonderfull time of the year” wordt toch echt de “Christmas Station” ingeruild voor een andere radiozender. Evelien wordt op werk afgezet en ik blijf thuis. Voordat ik op werk ben, kan ik onderhand weer vertrekken. Tijdens het klaarmaken van het eten gaat mijn mobiel over. De zuurstofkamer begon hoopgevend, maar de ontsteking was toch te ver doorgedrongen. Zover zelfs dat het uiteindelijk door de luchtpijp via zijn bek en neus naar buiten kwam. De specialist heeft niet eens gedacht aan ons te bellen met de vraag wat hij moest doen en het ventje tien minuten eerder met een injectie via het infuus uit zijn lijden verlost. |
Het vuur wordt onder de pannen gedoofd…
De volgende ochtend gaan wij hem ophalen. Geen autopsie, geen geklooi meer aan zijn lijf. In de woonkamer legt Evelien Aruna voorzichtig neer. Tijd om de rest afscheid te laten nemen van hem. Sommige komen niet dichtbij en rennen snel weg. Zijn broer en speelkameraadje blijft langer staan. Net als |
De komende dagen staan in het teken van een afspraak maken met het crematorium, hem daar achterlaten en hopen dat hij voor de Kerst weer terug is. Wat uiteindelijk ook gelukt is. Op sommige momenten wordt het gemis pas echt duidelijk: Zo stond hij altijd al op de deurmat als Evelien binnen kwam. Of stormde hij de woonkamer binnen als de woonkamer net gezogen was. Hij was als enige niet bang voor de stofzuiger; je kon hem zelfs stofzuigen. Hij was voor niets en niemand bang.
Behalve voor onze lapjespoes dan, maar daar ben ik zelfs voor bang, dus dat telt niet. Zonder enige vrees stapte hij de voordeur uit om even rond te snuffelen terwijl Evelien de fiets in de schuur zette. Hij sliep altijd op bed en zodra ik de deur uit was, draaide hij zich richting Evelien. Als Evelien dan het bed uitging, liep hij haar overal achterna. Op de bank krulde hij zich helemaal tegen haar zij op. Een echt moederskindje. De dagen hebben even weinig waarde. De drie jaar heeft hij niet vol mogen maken. De kerstboom blijft nog net staan, maar daar is alles mee gezegd. Kerstkaarten gaan dit jaar de deur niet uit en in plaats van kerstkaarten, ontvangen wij over het algemeen rouwkaarten. Voor de rest nergens zin meer in 🙁 |