Met de fiets aan de hand waggel ik de schuur uit. Eerst parkeer ik de fiets tegen de muur en oefen ik het in- en uitklikken. De pedalen heb ik op de lichtste stand gezet, maar zelfs dan klik je niet zomaar even los merk ik. Na een aantal pogingen heb ik een aardig gevoel erbij en vertrek ik voor een bekend rondje.
Niet te ver, 30km, ik heb afgelopen vrijdagavond bijna 40km afgelegd in de warmte en met de huidige warmte lijkt mij dit prima. Ik heb nog getwijfeld tussen 1 of 2 bidons, maar beter mee verlegen als om verlegen.
Het eerste stukje uit de wijk heeft een aantal bochten en een paar oversteken, waarbij ik direct het uit- en inklikken kan toepassen. Het gaat nog niet soepel, maar het lukt. Eén keer is het nodig met de zool het pedaal rond te trappen, aangezien ik te weinig vaart had om nog langer te proberen m’n schoen weer vast te zetten. Dit viel door de gladde zool niet mee. Ik had al geprobeerd met het andere been het pedaal omhoog te halen, maar dat viel helemaal tegen.
Wat mee viel was het gevoel van vastzitten. Ik had al snel een lekker tempo te pakken, m’n tenen voelde prettig, zonnetje erbij, glad asfalt en het eerste obstakel in de verte. Twee fietsers precies in het midden van het fietspad, wat normaal breed genoeg is voor 6 fietsers. Ting… Zij druk in gesprek, rustig aan, ik 2x zo hard, dichterbij komend op zoek naar een gaatje. Ting ting.
De linker lijkt toch wat te horen en kijkt half om. Ze wisselen nog een paar woorden en het lijkt erop dat ik tussen hen door mag, niet helemaal onlogisch, maar het gat is nog te klein. Ting.
En dan zie ik dat ze besloten hebben om aan de kant te gaan. De rechter dichter naar de grasstrook waar z’n hond aan het snuffelen is en de linker trekt zijn hond uit de grasstrook aan zijn kant en gaat dichter bij zijn metgezel fietsen.
Ik inmiddels in de remmen en rij zachtjes vloekend het gat in om mijn weg op het oude tempo te vervolgen. Zo nu en dan probeer ik het gelijktijdig omhoog trekken / omlaag duwen van de pedalen uit. De schoenen zitten goed, de klikkers blijven vast en na wat slokken water kijk ik op het scherm hoeveel meter het nog is tot de volgende afslag.
Wederom een rechte weg, richting TT-baan en aan het tegemoetkomend verkeer te zien, is er wat te doen op het circuit. De auto’s blijven gelukkig allemaal dicht tegen de kant aan rijden, waardoor er genoeg ruimte ontstaat elkaar op een veilige afstand te passeren en ik het tempo nog steeds aardig constant kan blijven houden.
Eenmaal uit de beschutting van de bomen, merk ik dat er hier in het open veld toch nog een redelijke tegenwind staat. Ik besluit van het moment gebruik te maken en een paar flinke slokken te nemen. Tot mijn verbazing merk ik zelfs dat de eerste bidon al bijna leeg is. Met nog 1/3 te gaan niet zo’n probleem, maar ik was wel blij de andere meegenomen te hebben.
Door de drukte om het circuit, moet ik zelfs stoppen om een weg te kunnen oversteken. Los klikken gaat prima, maar daar sta ik dan met weinig grip te wachten op een gaatje tussen de auto’s. Ik probeer een inschatting te doen: is het veilig naar de overkant te rennen? Ik verplaats mijn gewicht naar voren en sta nu op de twee pootjes en een stukje neus van de schoen. Ik huppel als het ware van de ene naar de ander voet, maar besluit dat het niet veel soeps wordt als ik ga rennen.
Eenmaal aan de overkant slinger ik een been over het zadel, klik mijzelf vast en zet stevig af om weer wat vaart ~en dus tijd~ te krijgen m’n andere schoen ook vast te klikken. De vrouw die ik een kilometer eerder heb ingehaald, ligt inmiddels alweer ver voor mij. Zij rijdt echter rechtdoor, waar ik linksaf sla. Ik kan wel wat verkoeling gebruiken. De bidon richt ik op mijn gezicht, zie dat niemand in de buurt rijdt en bereid mij voor op een heerlijke waterstraal recht in mijn gezicht. Ik knijp in de bidon en voel de waterdruk. Maar nat worden doe ik bijna niet. In plaats daarvan krijgt mijn zonnebril een grote schoonmaakbeurt. Gelukkig dat er niemand vlakbij was…
Even verderop sproei ik wat water over mijn beide armen. Door de tegenwind voelt dat ook heerlijk aan. Mijn oude tempo krijg ik echter niet meer te pakken. Waar ik zo goed begon, zie ik inmiddels de gemiddelde snelheid hard dalen. Net voor het laatste lange rechte stuk drink ik de 2e bidon leeg. Het asfalt is weer heerlijk, ik probeer weer wat te duwen & trekken, maar dat lukt steeds maar korte stukjes.
Het vertrouwen in de SPD is er inmiddels wel, het is mij al met al ~mede door het gebrek aan onverwachte gebeurtenissen~ reuze meegevallen. Als ik een heel leeg oranje fietspad voor mij zie, ga ik op de pedalen staan en gooi er nog even een laatste sprintje uit waarbij ik de 43,6 aantik. Strava gaat hierna uit, de versnelling omlaag en met een hogere cadans benut ik de laatste paar honderd meter als cooling down. De koude douche moet de rest doen.
Op naar een volgend SPD-rondje 8)