Afgelopen vrijdag heb ik de racefiets bij de fietsenmaker achtergelaten.
Omdat er geen racefietsen verhuurd worden, mountainbikes daarentegen genoeg, is de kennis voor het afstellen van de versnellingen niet bij elke collega aanwezig. Het kan maandag eind van de middag worden, maar zodra ie klaar is, word ik opgebeld.
Ik neem een blik naar boven, bekijk de grijze lucht en geef aan dat het geen probleem is. Ik wil gewoon weer mijn grootste blad kunnen gebruiken.
Maandagmiddag heb ik echter nog niks gehoord en bel ze op. Ja, ik kan ‘m ophalen. Eenmaal daar zegt de beste man dat dit het beste was wat er gedaan mee kon worden. Dat is weinig hoopvol, maar ik mag er eerst een stukje mee fietsen om zelf te bepalen of het voldoende is. Zo gezegd, zo gedaan. Ik rij een stuk het dorp uit, schakel van en naar alle versnellingen, merk dat als ie eenmaal op het grootste blad zit en ik terugschakel, de ketting soms eerst naar het kleinste blad valt, maar voor de rest ben ik tevreden. Dat wordt weer heerlijk fietsen met de wind in de rug!
Terug in de shop leg ik mijn portemonnee op de balie en vraag naar de kosten. Omdat het even snel tussendoor is gebeurd, mag ik ‘m zo meenemen. Vol ongeloof vraag ik voor de zekerheid nogmaals te betalen. Maar nee, ik mag zo wegrijden. Bedankt voor de service Nobel!
Evelien gaat na zessen nog een stuk paardrijden met twee vriendinnen, wij gaan hierna pas eten, het is redelijk zonnig weer met weinig wind, dus ik ga ook een stuk rijden. De dames gaan zo’n 1,5 uur rijden. Mijn navigatie stel ik in op hetzelfde rondje als de vorige keer, wat ook zo’n 1,5 uur is. Voor de afwisseling pak ik ‘m deze keer de andere kant op. Eenmaal het dorp uit, schakel ik over naar het grootste blad en bedenk mij dat ik de voorband niet nog wat heb opgepompt. Ach ja, dan plan ik maar een pitstop in net voor het lange tracé aan de Wadkant. Tevens een mooi moment wat te eten en drinken.
Tussen Buren en Nes geeft de navigatie een weg aan wat een ruiterpad blijkt te zijn. Ik weet dat er ergens wel een doorgang moet zijn naar die kant en inderdaad, verderop kan ik afslaan. De route moet ik dus iets aanpassen. Zonder verdere problemen kom ik bovenop de dijk aan. Met een bankje waar ik plaatsneem voor het hapje en een drankje. Ik geniet van het uitzicht, neem nog een foto met mijn mobiel en voel aan mijn voorband welke helemaal geen extra lucht nodig heeft. Ik neem nog een slok drinken en stap weer op de fiets. Strava haal ik van de pauzestand af en rol richting de schapen.
Met een vaartje van 30+ km/u rij ik ze voorbij. Op mijn route vlucht er slechts één voor mij, maar dat kwam omdat er een schaap in het midden bleef lopen en ik daardoor dichter langs de kant ~en het desbetreffende schaap~ reed als normaal. Het tempo verloopt langzaam van 32+ naar 30+. Ik vind het best en geniet van mijn rit op het grootste blad. Het rijdt allemaal net even iets rustiger. Voorbij de Wadkant draai ik richting huis en merk dat de wind aardig is toegenomen en (natuurlijk) de laatste zeven kilometer tegen heb.
Thuis aangekomen ben ik toch wel benieuwd naar de resultaten. Met een glas drinken plof ik met een lekker gevoel neer en leg mijn voeten op tafel. Ik heb mijn snelheidsrecord niet verbroken, zie dat ik toch max. 39,2 km/u heb gereden, maar over het algemeen lag mijn snelheid hoger als de vorige keren. En inderdaad, de gemiddelde snelheid over de hele rit is 27,8 km/u.
Een nieuw persoonlijk record 😮